Bloemen en vlinders

     
 

Vlinders

Een vlinder is een wondermooi insect, maar voor de Kwieke Kweker ze vaak nadelig en schadelijk. Een vrouwtjesvlinder legt na de bevruchting hoopjes eieren, van zes tot honderd bij elkaar. Dit doet ze meestal aan de onderkant van koolbladeren. De eitjes worden met een kleverige stof vastgemaakt aan het blad.

We nemen als voorbeeld het koolwitje.

Het ei en de larve

De eitjes bevatten een dooier (dat is het voedsel voor de larve) en een gaatje, het poortje. Langs dit poortje werd het eitje bevrucht en langs ditzelfde poortje ademt de larve. Bij gunstig weer komen de eitjes al na een week uit. De larven, die we rupsen noemen, eten zich een weg naar buiten. Al het omhulsel vreten ze eveneens op. Die voedingsstoffen uit dat omhulsel zijn levensnoodzakelijk voor hun verdere ontwikkeling. Daarna vullen ze zich met koolbladeren. Ze bijten met hun kaken kleine stukjes van het koolblad.

De rups

Het lichaam van een rups is cilindervormig. Het heeft een kop en dertien segmenten Op de kop bevinden zich de kaken en de voelsprieten. Achter de kaken zitten de spintepels. Deze maken zijdedraden aan. Het vocht dat uit de spintepel komt, verhardt van zodra het met de lucht in contact komt. Als de rups nu op een glad oppervlak wil lopen, maakt ze zigzag een spoor met zijdedraden. De poten kunnen zich nu vastgrijpen. Aan beide zijden heeft ze zes puntogen. Daarmee ziet ze alleen het verschil tussen licht en donker. Tijdens zijn groei werpt de rups vier maal de huid af, ze vervelt.

De pop

De rups zal zich verbergen en zich volledig met zijdedraden inspinnen. Deze fase in de ontwikkeling tot vlinder noemen we de pop. Van buiten af kan je nu al de vorm van een vlinder ontdekken. Twee tot drie weken blijft de pop bewegingsloos. Binnenin verdwijnen de organen van de rups en vormen er zich organen die de vlinder doen ontstaan. Op het einde scheurt de pop aan de rugzijde open en het volwassen insect wringt zich naar buiten. De vleugels zijn gekreukt en opgevouwen. Er wordt bloed in de aderen geperst. De vleugels openen zich en worden hard en droog.

Het volwassen dier of imago

Het lichaam van de volwassen vlinder bestaat uit drie delen: kop, borststuk en achterlijk. Aan het achterlijf zitten er geen poten, maar aan het borststuk zitten twee paar vleugels en drie paar poten. Op de kop zitten twee samengestelde ogen, die uit ongeveer 6000 lenzen bestaan. Deze ogen kunnen bewegingen erg scherp waarnemen. Op de kop zitten ook twee voelsprieten die de reukorganen dragen. Bij nachtvlinders is dit orgaan erg scherp, bij dagvlinders is het minder sterk ontwikkeld. De roltong zit opgerold in de kop. Die tong zuigt de nectar uit de bloemen. Deze bloemen trekken de vlinders aan door hun geur en kleur. De mannetjes worden tot de vrouwtjes aangetrokken door de geur (feromoon) en bevruchten ze. Zo kan de kringloop herbeginnen.

De ontwikkeling van ei, larve, rups, pop, imago noemen we een metamorfose ( gedaanteverandering).

De vijand van de vlinder is de sluipwesp. Zij legt haar eitjes in de rupsen van de vlinder. Deze komen uit en de larven van de sluipwesp eten de rups langzaam op. De belangrijke organen eten ze laatst op, zodat de rups nog lang blijft leven om hen van dienst te zijn. Vreselijk toch!

 

Tuinkrant Tuin&Natuur webring De TUIN&Natuur WebRing

wordt beheerd door
Tuinkrant
Vorige Site Lijst Sites Random Site Aanmelden Ring Volgende Site
SiteRing by Bravenet.com